Over ons

‘Koninklijke Aloude Rederijkerskamer De Catharinisten’ is een hele mond vol, daarom verwijzen we naar onszelf als ‘Katrienen’. Sinds de late middeleeuwen tot op de dag van vandaag brengt onze Kamer toneelstukken op de planken onder de kenspreuk: ‘Amor Vincit’ (liefde overwint). Tegenwoordig brengen we jaarlijks minimum twee toneelstukken, aangevuld met afwisselend een lyrisch concert of een operette. Zo is er voor ieder wat wils. Nadat we jaren in de oude Stadsschouwburg en de kleine zaal van CC De Werf speelden, vonden we in 2007 ons eigen stekje in ‘Het Katrientje’.  De jeugd speelt onder de naam JOKA (Jong Katrienen) en brengt elk seizoen hun eigen productie. Onze verenging telt ongeveer honderd ingeschreven leden en leeft als nooit tevoren. 

WAT IS EEN REDERIJKERSKAMER?

Re·de·rij·kers·ka·mer (de; v(m); meervoud: rederijkerskamers): als gilde ingerichte letterkundige vereniging (m.n. op het einde van de middeleeuwen). Zo luidt de officiële, niet zoveel zeggende betekenis van een rederijkerskamer volgens de Dikke Van Dale, maar welke betekenis zit er achter onze ‘Aloude Rederijkers Gûlde De Catharinisten’? En van waar komt onze naam?

De oorsprong van rederijkerskamers is moeilijk met zekerheid na te gaan, maar na intensief opzoekwerk met behulp van de wondere wereld van Google en enkele knoerten van boeken, kunnen we zeggen dat er in de 14de eeuw al sprake was van ‘ghesellen’ die samen toneel opvoerden. In de eigennaam ‘rederijker’ zit een etymologische (moeilijk taalkundig woord voor woordafleiding) vervorming van ‘retorizijn’ of ‘retrozijn’, uit het Franse ‘rhétoricien’, wat op zijn beurt afkomstig is van het Latijnse rhetorica, of welsprekendheid. Samengevat: rederijkers weten hoe ze het een en ander moeten vertellen.

Het eerste bewijs van ons bestaan is te vinden in de stadsrekeningen van Aalst. In tegenstelling tot het keurige Excelbestand van onze schatbewaarder, waren de financiën in de 15de eeuw iets onduidelijker, maar gelukkig werden onze ‘ghesellen’ in 1421 keurig betaald voor bewezen diensten. De diensten en activiteiten bestonden vooral uit processies en feesten opluisteren, dichtwedstrijden organiseren en toneelstukken opvoeren. Vandaag de dag houdt onze kamer zich nog steeds bezig met een groot deel van die activiteiten. In 2012 waren de Katrienen vertegenwoordigd tijdens de historische optocht en de intrede van het hof van Keizer Karel. Daarnaast zijn er vanzelfsprekend nog steeds toneelopvoeringen, maar ook lyrische concerten en operettes.

Het doen en laten van onze vereniging in de 15de eeuw valt samen met de Bourgondische periode. Na de Stoute en eentje Zonder Vrees, beklom Filips de Goede de troon in 1419 als Hertog van Bourgondië en Graaf van Vlaanderen. In zijn regeerperiode waren de rederijkerskamers nog dun gezaaid, maar wanneer Karel V, of Charles Quint, u weet wel, die keizer van het gelijknamige bier, in 1555 afstand deed van de troon, had ieder belangrijke dorp in de Dietssprekende gebieden van de Nederlanden zijn rederijkerskamer, zo ook Aalst. In die tijd zijn de kamers een sociale macht geworden met heel wat aanzien en

VAN WAAR KOMT ONZE NAAM?

Sint-Catharina van Alexandrië, Cathy voor de vrienden, behoort tot de populairste heiligen van de middeleeuwen. Ze was zo populair dat onze rederijkerskamer naar haar vernoemd werd. Maar wie is Cathy eigenlijk? Catharina was de dochter van een Romeinse gouverneur in Egypte tijdens de regeerperiode van keizer Maxentius. Naar het schijnt was Catharina op jonge leeftijd al bij de pinken. Toen ze 15 jaar oud was, kende ze immers alle werken van Plato uit haar hoofd. Na enig opzoekwerk kan ik u zeggen dat dat een hele prestatie was. Maar liefst 35 dialogen en 13 brieven worden aan Plato toegeschreven. De filosofiestudenten van tegenwoordig kunnen er nog een puntje aan zuigen. Ze leerde haar grote liefde niet kennen in de Egyptische uitgangsbuurt, maar wel in de kerk. Jezus had gezien dat Catharina geen misse was en ze was hem met hart en ziel toegedaan. De liefde was zodanig groot dat ze haar maagdelijkheid aan hem beloofde.

Romeins keizer Maxentius was echter absoluut geen fan van het christendom en liet de christenen vervolgen. Toen Catharina dat vernam, ging ze op bezoek bij Maxentius om hem te berispen.  De keizer liet daarop 50 van zijn beste heidense filosofen en redenaars aanrukken om met haar te discuteren over het christendom en het geloof in God in twijfel te trekken. Ze had echter een ongeziene welsprekendheid en retoriek, waardoor ze alle filosofen en redenaars bekeerde. Maxentius was woest en probeerde haar geloof af te zweren door folteringen. De keizer wilde haar laten verpletteren met een rad waarop scherpe ijzeren punten waren gemonteerd, maar in plaats van Catharina brak het rad, getroffen door de bliksem. Maxentius was een doorzetter, dus probeerde hij haar te verbranden, maar het vuur waaide uit en verbrandde de beulen. 2-0 voor  De Heilige Drievuldigheid. Uiteindelijk lukte het Maxentius dan toch om Jezus schaakmat te zetten: ze werd onthoofd. Jezus slaagde er toch nog in om voor een laatste keer een truc uit zijn mouw te schudden. Uit de halswond van Catharina stroomde melk die Alexandrië van de pest bevrijdde. Sindsdien wordt ze aangeroepen als beschermster tegen de pest en ter bescherming van de kuisheid. Door haar eloquentie en redekunde werd ze de patroonheilige van onze Kamer. Het gebroken rad, dat onlosmakelijk met haar verbonden is, vinden we terug in het logo van de Catharinisten.  

In de Sint-Martinuskerk in Aalst wordt een kapel aan Heilige Catharina gewijd. De zuilen en het fronton zijn in wit marmer en de voorzijde van de altaartafel wordt omringd door marmeren engeltjes die onze kenspreuk “Amor Vincit” tonen. Het altaarschilderij “Marteldood van Catharina van Alexandrië onder keizer Maxentius” werd vervaardigd door Pieter Thys in 1666. Thys was een leerling van de bekende schilder Anthony Van Dijck. Ben je benieuwd hoe “onze” kapel eruitziet? Ga dan eens een kijkje nemen in de Sint-Martinuskerk! Ziezo, tot zover deze geschiedenisles over Catharina. Weet je na een van onze voorstellingen niet wat zeggen aan de toog? Dan kan je misschien vertellen waar onze naam vandaan komt en waarom we in godsnaam een gebroken rad als logo hebben. 

 

VOORNAME LEDEN?

Misschien laten de namen Pieter Coecke en Guilliam Caudron een belletje rinkelen. De kans is zelfs groot dat u hun gezicht al gezien heeft. De bustes van beide heren Katrienen zijn immers te bewonderen in Het Katrientje. Terecht. Beide figuren genoten veel aanzien in de hoogste kringen van hun tijd en ze hebben voor een groot stuk de Vlaamse cultuurgeschiedenis mee vorm gegeven.

Pieter Coecke werd in 1502 in Aalst geboren als de zoon van Barthel Coecke, de schoonbroer van Dirk Martens en mythische uitvinder van de beiaard. Pieter kreeg kunst en cultuur waarschijnlijk met de paplepel binnen van zijn familie. Hij bekwaamde zich tijdens zijn leven immers als schilder, beeldhouwer, prentkunstenaar, architect, auteur en tekenaar. Alsof dat nog niet genoeg is, had hij ook een goede kennis van het Latijn, Italiaans, Vlaams, Frans en Duits. Daarnaast maakte hij reizen naar Constantinopel en Italië, waar hij de renaissancekunst leerde kennen. Coecke heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het verspreiden van de Renaissance naar het Noorden met zijn werken maar ook door zijn boeken.

Pieter had, op zijn zachtst gezegd, een turbulent liefdesleven. Hij trouwde voor een tweede keer na de dood van zijn eerste vrouw  en had tussendoor een affaire. Dat leidde tot maar liefst zeven kinderen. Hij wist duidelijk waar de beiaardklepel hing. Dankzij al dat gerampetamp kon hij de schilderswerkplaats van zijn eerste schoonvader overnemen. Na enig succes opende hij een tweede werkplaats in Brussel. Daar leerde hij in 1545 Pieter Brueghel de Oude kennen. Brueghel ging in de leer bij hem en verdiende er zijn kost en inwoon. In 1563 trouwde Brueghel met zijn dochter Maycken, waardoor beide heren familie werden van elkaar.  Coecke was een bezige bij en schilderde een 85-tal schilderijen bij elkaar. Vlak voor zijn dood in 1550 werd hij hofschilder van keizer Karel V.

Guilliam Caudron sr. heeft Coecke nooit ontmoet, aangezien hij pas geboren werd in 1584. Caudron sr. is een belangrijke literair-historische figuur, in eerste instantie om zijn plaats in het literaire leven van zijn tijd maar ook door zijn eigen werk. Hij schreef het bijbelstuk Nabugodonosor, waarmee hij de basis legde voor de overgang van de middeleeuwen naar de renaissance. Zijn zoon, Guilliam Caudron jr., zou factor, de vaste dichter, geweest zijn van onze rederijkerskamer. Beide heren hadden een plaats in de ontwikkelingsgeschiedenis van de dramatische dichtkunst. Samen met Pieter Coecke schreven ze geschiedenis in Aalst, Vlaanderen en de Westerse Wereld en hadden ze een omvangrijke invloed in de cultuur van toen. Samen met hun verwezenlijkingen staat de ‘Aloude Rederijkers Gûlde De Catharinisten’ voor altijd in de geschiedenisboeken. Geef ze gerust een schouderklopje als u ze passeert in het Katrientje.

JOKA?

JOKA staat voor JOng KAtrienen en is de jongerenafdeling van de Katrienen.

Deze zotte bende bestaat uit allemaal toffe jongeren tussen de 16 en 25 jaar. Maar liefst 10 jaar lang kan jij groeien, experimenteren en ontdekken bij JOKA. Nadien stopt het niet! Nee hoor! Dan kan je verder groeien tot zo lang je maar wilt bij onze Katrienen. Daar kan je dan spelen, zingen in het koor of helpen achter de schermen. Maar daar zitten wij nog niet. Nee, wij willen nog even jong zijn. De rebel uithangen. Zot doen. Tegen muren botsen. Vriendschappen smeden. Rollen en genres ontdekken. Onszelf ontdekken. 

JOKA biedt voor ieder wat wils. Van spelen tot productieleiding, van decorbouwer tot technieker. We kunnen alle talenten optimaal inzetten en de kans geven verschillende aspecten van toneel te leren kennen. Binnen JOKA mag je experimenteren en eens op je bek gaan. Enkel zo kan je ontdekken wat jou echt ligt en waar jij je voor wilt inzetten. Want binnen JOKA hebben we verschillende profielen en talenten nodig. Het is enkel zo dat wij komen tot steengoede producties waar we als groep achter staan.

​Denk nu niet dat het allemaal alleen maar werken is. Binnen JOKA wordt er ook tijd gemaakt voor een goede groepssfeer. Zo hebben wij gedurende het seizoen enkele JOKA-bars, een weekend, een teambuilding, uitstappen naar andere toneelverenigingen of evenementen… En ook blijven hangen aan de toog is één van onze specialiteiten. (Of we er allemaal tegen kunnen, is iets anders ?)

En jij kan een JOKA worden.

​Wil jij een JOKA worden of al eens komen kijken naar wie we zijn? Dan kan je steeds contact opnemen via joka@catharinisten.be 

Tot snel!

Liefs, JOKA

Scroll naar boven
De Catharinisten